Omdat gisteren de nationale voorleesdagen begonnen zijn wil ik jullie graag ‘voorlezen’ uit dit boek ‘Wij weduwen zijn een taai volkje’ van Maya Stomp.
Ik wil iemand slaan….
En ja, eigenlijk zou ik velen eens graag een opdonder geven of wakker schudden om te laten zien wat hun vraag ‘Hoe gaat het?’ met een rouwende doet. En welk effect hun goedbedoelde opmerkingen en adviezen hebben:
“De meest onschuldige vraag (hoe gaat het) is voor een rouwende onmogelijk te beantwoorden. Ik wilde natuurlijk niet zomaar bij de koffie op de golfclub zeggen dat ik wanhopig was, er geen brood meer in zag, woedend was. Meestal kon ik nog net een ‘Oh, het gaat wel hoor’ uitbrengen. Soms zei ik ook ‘naar omstandigheden’waarna ik een veelbetekende stilte liet vallen. Of als ik er helemaal geen zin in had, deed ik gewoon of ik de vraag niet hoorde. Lekker bot, maar mag ik soms ook even?
Met veel liefde zeiden mensen soms dingen die mij tot op de grond afbrandden. Probeer maar eens ‘sterkt te zijn’ en ‘de draad weer op te pakken’. Wat een onzin. Het laatste waar ik op zat te wachten, waren goedbedoelde adviezen. Waar ik echt boos om kon worden, waren de oproepen om toch vooral positief te zijn. Of van die mensen die me vertelden dat ik toch verder moest. Ook al ben ik de goedheid zelve: ik wilde slaan. Ik deed het niet, maar ik wilde het. Ik herkende mezelf niet meer terug.
Terwijl ik daar inwendig dus stond te ontploffen, dachten die mensen dat ze iets heel liefs en bemoedigends tegen mij hadden gezegd. Bijvoorbeeld (en deze lijst is niet uitputtend):
– Je moet toch verder.
– Ik weet hoe je je voelt.
– Alles komt goed.
– De tijd heelt alle wonden.
– Alles heeft een reden.
– Het leven gaat door.
– Heb je het al een plek gegeven/ben je er al overheen?
– Gelukkig heeft hij niet geleden.
– Hij wil ook dat je gelukkig bent.
– Je bent nog jong, je vindt wel weer iemand.
– Gelukkig heb je nog twee katten.
– Weet je wie er ook overleden/ziek is?
– Positief zijn hoor.
– We hebben alemaal wel een rugzakje.
– Het moet slijten.
– Je moet het loslaten.
– Na een jaar zijn de scherpe kantjes eraf.
– Heb je het al verwerkt?
– Als het eerste jaar maar voorbij is.
– Eerst moeten alle seizoenen eroverheen.
– ….. (vul hier zelf in wat jij nog te horen hebt gekregen).
Zulke opmerkingen zijn stuk voor stuk dodelijk – excusez le mot. Ze doen fundamenteel onrecht aan alle moeite die ik elke dag, elk uur en elke minuut deed om me staande te houden. In al mijn verdriet werd ik niet gezien, botweg ontkend. Dat deed pijn.
In het begin stond ik gewoon perplex van zulke opmerkingen. Ik kon niet begrijpen dat iemand zoiets stompzinnigs kon uitkramen. Maar als je het een paar keer hebt gehoord, dan weet je: dit kan geen toeval zijn. Nu zal het ook niet zo zijn dat het een complot is. Het besef dat het geen kwade opzet is, verzachtte de stompzinnigheid. Mensen weten gewoon niet wat ze moeten zeggen. En dat durven ze dan niet te zeggen. In plaats daarvan kramen ze onzin uit. Goedbedoelde onzin. Door voor ogen te houden dat de intentie goed was, kon ik de neiging om te slaan meestal wel onderdrukken.”
Wat is beter om te zeggen?
Welke opmerking of vraag geeft jou steun? Of het gevoel dat je gezien en gehoord wordt?
Helpen jullie mee om een lijstje te maken, om zo de mensen om ons heen een handreiking te geven om passende vragen te stellen? Zodat ze écht tot steun en troost zijn!
Delen van dit blog mag, graag zelfs. Svp onder naamsvermelding van Esther Nijbroek, spreekster bij uitvaarten.