De rivier meandert gestaag tussen de heuvels door. Het water stroomt kalm en rustig en hier en daar staan een paar bomen langs de oever. Wat verder stroomafwaarts liggen enkele stevige rotsen in de bedding. Het water reageert onmiddellijk op de weerstand. Het spat op, het wordt woelig en gaat sneller stromen. Ook achter de rotsen blijft het nog lange tijd onstuimig. De rotsen laten het gestaag stromende water bruisen en soms zelfs haar loop verleggen.
Als je goed naar de ‘rotsen’ in je leven kijkt, zal je zien dat ze alles wat op rolletjes leek te lopen in beweging zetten. Rotsen zijn niet altijd aangenaam, maar ze maken het leven wel bruisend. Ze nodigen dat wat ‘voortkabbelt’ uit om in beweging te komen. Ze stellen op de proef en vragen om verandering van dat wat aangepast dient te worden.
Maar…, klamp je niet vast aan ‘de rotsen’.
Beweeg mee en stroom verder.
Weerstand creëert nieuwe rotsen.
Blijf stromen, altijd verder.
Verzet is het temmen van dat wat wil stromen.
En het is juist het stromen dat de rivier naar zee brengt.
Het is het stromen dat je thuis brengt.
Teskt: Leo, Zintenz.nl